Chronisch Bekkenpijn Syndroom, in het engels Chronic Pelvic Pain Syndrome (afgekort als CPPS), is een veel voorkomend probleem. Maar het wordt vaak niet direct herkend. Dat heeft te maken met het feit dat er zoveel factoren een rol spelen. Het komt voor bij vrouwen en mannen.
Ondanks het feit dat er de laatste jaren steeds meer aandacht wordt besteed aan wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken, gevolgen en behandelings -mogelijkheden van chronische bekkenpijn syndroom weten we er nog lang niet alles van.
Het bekken is een ingewikkeld gebied. Naast spieren, banden en gewrichten (het bewegingsapparaat) bevinden zich in het bekken ook organen. Orgaan klachten beïnvloeden de functie van het bewegingsapparaat. Ook kunnen problemen in het bewegingsapparaat bijdragen aan het ontstaan van orgaanklachten.
In dit gebied bevinden zich naast de bekkenbodemspieren ook veel andere spieren (de buikspieren, de rugspieren, de heupspieren en de bilspieren). Al deze spieren beïnvloeden elkaar wederzijds, maar ook het werken van de organen . Wanneer de spieren niet op de goede manier gebruikt worden, kunnen ze overbelast worden en kan er pijn in de spieren ontstaan. Deze pijn leidt vaak tot triggerpoints; pijnpunten in een te gespannen spier. Bijvoorbeeld in de buikspieren, die vaak uitstralende pijn geven naar bijvoorbeeld de penis, de vagina of de plasbuis. Daardoor ontstaat dan weer pijn bij het plassen. Op deze manier kunnen spierklachten uiteindelijk leiden tot (pijn)klachten van de organen.
Triggerpoints heten officieel myofasciale triggerpoints. Myo betekent spier en fascie betekent spiervlies. Een triggerpoint bevindt zich in de spier of tussen de spier en het spiervlies. Er zijn inmiddels veel triggerpoints bekend en ook de uitstralende pijn die ze geven. Op deze manier kan de pijn die in organen wordt waargenomen, worden verklaard.
Tot nu toe weten we niet wat de kip en wat het ei is. Wel is duidelijk dat bij pijnklachten in het buik- en bekkengebied beide systemen goed onderzocht moeten worden. De complexiteit van het gebied vraagt in veel gevallen om een multidisciplinaire benadering van de klacht. Dat betekent dat meerdere zorgverleners (bijvoorbeeld uroloog, gynaecoloog, MDL-arts, psycholoog, bekkenfysiotherapeut) ieder vanuit hun eigen specifieke deskundigheid een bijdrage leveren aan het herstel van de klacht. Bovengenoemd voorbeeld laat zien dat een probleem in de buikspier uiteindelijk kan leiden tot pijn bij het plassen.
De bekkenfysiotherapeut is in veel gevallen de aangewezen persoon om samen oplossingen te vinden De bekkenfysiotherapeut zal de klachten uitgebreid inventariseren door zowel te vragen naar het bewegingsapparaat, de diverse orgaanfuncties en de bekkenbodemfunctie als ook de impact van de klachten op het dagelijks leven.